"Olé yeah, olé-lé-lé-lé-lé, olé yeah, olé-lé-lé-lé-lé,"
Zo luidde het refrein van mijn allereerste zelfbedachte liedje. In my defence: ik was vier. Het liedje had ook een couplet, maar dat was een soort van onverstaanbaar "engels" rapje, dat ik nu niet meer kan reproduceren, maar wat wel consistent altijd uit hetzelfde gebrabbel bestond. Ik zie mezelf nog in mijn oude straat rondhuppelen, trots zingend (extra detail: terwijl ik dat liedje zojuist bedacht had en ik al zingend naar huis huppelde om het aan mijn moeder te laten horen, zag ik half-gesmolten softijs op de grond liggen, van iemand die dat had laten vallen. Ik herinner me nog de teleurstelling, omdat ik wist dat ik het niet mocht oprapen, het zag er zo lekker uit).
Toen ik acht jaar was begon ik met pianolessen. Ik kreeg aan het begin van de zomervakantie van de (toen nog) pianoleraar van mijn zus alvast mijn eerste
oefening: "Boer daar ligt een kip in 't water" (C-D-E-F-G-F-E-D) van voor naar achter en achter naar voor, met twee handen tegelijk hetzelfde én tegen elkaar in spelend.
Zes weken lang had ik hier op geoefend, alhoewel ik na week één de boel al behoorlijk onder de knie had, vond ik zelf. Na de zomervakantie begon ik dan echt met pianolessen en was de pianoleraar van mijn zus ook de mijne. Ik moest nootjes leren lezen en klassieke stukken van noten spelen. Extra detail: Mijn pianoleraar noemde mij "brilletje".
Toen ik tien jaar was en inmiddels twee jaar pianoles achter de rug had, bedacht ik mijn eerste pianostuk. Deze kan ik nog wél helemaal reproduceren en heb ik op latere leeftijd zelfs nog wat "opgeleukt". Toen ik deze voor het eerst voor mijn pianoleraar voorspeelde, liet hij het me wel zo'n tien keer herhalen. Wellicht vond hij het zó mooi, dat hij het steeds opnieuw wilde horen, maar ik kan me ook goed voorstellen dat dit de lestijd gewoon wel mooi opvulde. Hoe dan ook, hij gaf me er een heel goed gevoel over en dat maakt dit ook een heel fijne herinnering. Wat ik ook erg waardeerde was het feit dat, toen ik aangaf dat ik eigenlijk liever akkoorden speelde, in plaats van klassieke "Fur Elise-achtigen", hij speciaal voor mij het liedje van "The Flintstones" uitschreef, met, jawel, akkoorden.
In onze buurt hadden wij een speelpleintje met daarop o.a. twee schommels. Het kwam regelmatig voor dat mijn oudere zus en ik (destijds vermoedelijk rond de 11 en 13 jaar oud) ons zingend op deze schommels bevonden, terwijl de buurtkinderen naar ons keken. Ik herinner me nog goed ons vocale arrangement van "This little light of mine" (met de nodige ad libs, die we vakkundig verdeeld hadden). Dit kun je wellicht mijn allereerste optredens noemen, alhoewel ik er niet zeker van ben of deze buurtkinderen niet gewoon stonden te wachten tot zij eindelijk op de schommel mochten.
Ik kan me ook nog goed herinneren dat ik, bij het verdelen van de rollen van mijn groep acht eindmusical, ik was toen 12 jaar, zeer teleurgesteld was dat ik niet gewoon alle zangsolo's had gekregen (sterker nog: ik had er geen eentje). Er zaten zoveel mooie en leuke liedjes in! Vooral 'Suja, suja' en 'trouwe ogen' waren mijn favorieten (Klik hier voor de liedjes). Och, die had ik toch met zóveel gevoel willen brengen! Ik had er ook heel hard op geoefend, toen ik nog hoopte dat ik één van de hoofdrollen zou krijgen, die ik overigens alleen wilde voor de liedjes, de gesproken teksten konden me gestolen worden. Maar mijn grote droom werd niet vervuld, mijn grote verlangen werd niet verwezenlijkt, mijn grote talent werd niet gezien en mijn grote ego werd niet gevoed.
Ik had slechts één scene waarin ik iets mocht zeggen: ik was een nieuwslezer op een tv-zender met twee halve zinnetjes (ze "zapten" steeds door) en verder zong ik met alle "iedereen zingt mee" liedjes mee. Trauma, hahaha.. of wellicht een goede les in nederigheid en dienstbaarheid.
Ook weet ik nog heel goed dat ik in het eerste jaar van de middelbare school uit alle macht indruk probeerde te maken op mijn muziekleraar. Het resultaat was echter dat hij mij duidelijk irritant vond. Ik vertelde altijd veel te blij en enthousiast veel te veel verhalen en wilde altijd té graag de instrumenten bespelen om hem te laten horen wat ik kon. Hij liet altijd erg goed merken dat hij hier geen zin in had en maakte regelmatig onaardige opmerkingen. Hij gaf me ooit een één voor een belangrijke toets, omdat ik afwezig was die les (met goede reden, ik was braaf) en ik mocht de toets niet inhalen van hem, wat normaal wel de gang van zaken was bij andere vakken. Mijn eindcijfer voor muziek was hierdoor superlaag en dat deed zeer. Dat verdiende ik niet, vond ik. Het lukte me maar niet om hem voor me te winnen, hoe ik ook probeerde. Want ondanks dat ik een beetje bang voor hem was geworden, bleef ik stug volhouden. We deelden immers toch dezelfde passie...? Maar nu terugkijkend denk ik: het was gewoon geen aardige man. Hij bezat de passie voor het lesgeven wellicht helemaal niet en de passie voor muziek? Tsja... wie zal het zeggen? Ach ja.. Dan is zo'n streberig aandachtsvragertje natuurlijk ook gewoon vervelend.
Voor mijn dertiende verjaardag kreeg ik van mijn ouders een soort 'Dual-cassette karaoke station', of, zoals ik het noemde, een "Soundmixer". Ik zie mezelf nog de Megapool inlopen (ken je die winkel nog?) met mijn vader, op een willekeurige middag, niet wetende wat we daar gingen doen en ineens liepen we korte tijd later naar buiten met dat grote apparaat. En dan moet je je voorstellen: Een grote speakerbox, met daarop ruimte voor twee cassettebandjes (de een voor alleen afspelen, de ander ook voor opnemen) en met draaiknopjes voor tempo/pitch, delay, volume, bass en treble en met aansluitmogelijkheden voor twee microfoons en een gitaar. Dit was een schot in de roos, want hierop begon ik direct mijn eerste vocale arrangementjes te maken (die gitaaraansluiting, kan ik je vertellen, is nooit in gebruik genomen). Ik vermoed overigens wel dat als mijn moeder had beseft dat het aanschaffen van dit apparaat betekende dat er jarenlang dag na dag keihard microfoonversterkt gezang door het huis zou schallen, ze iets langer over dit cadeau na had gedacht, haha..
Op mijn dertiende begon ik ook met zanglessen. Ik was een jaar eerder met mijn pianolessen gestopt (maar niet met piano spelen!) en had besloten dat ik zingen toch écht leuker vond.
Ik vond het, geloof ik, vooral ook gewoon makkelijker. Ik wilde geen noten meer lezen, ik wilde gewoon zelf creëren met mijn stem (dat bij zingen ook veel noten lezen kwam kijken, had ik toen nog niet bedacht). Mijn vingers deden niet altijd wat ik wilde, mijn stem meestal wél. Zanglessen vond ik echt heel leuk! De oefeningen thuis niet per sé, trouwens... Wat dat betreft was ik toen al een slecht voorbeeld voor mijn leerlingen nu. Dat heb ik later in mijn leven ruimschoots goedgemaakt.
Ook vertrok ik op mijn dertiende naar een andere school en hier vond ik wél de ideale muziekleraar. Alhoewel ik me eerst nog inhield, werd ik al gauw bij toeval "ontdekt" door mijn mentrix én muzieklerares en zij speelde mijn naam door naar de andere muziekdocenten en zo begon het balletje te rollen. Vanaf dat moment bevond ik mij bijna vaker in het muzieklokaal dan thuis. Elke pauze kreeg ik de sleutel en mocht ik achter de piano zitten, elk tussenuur mocht ik meedoen in de lessen, of gewoon hangen in het lokaal, elke maandagavond was er in dat lokaal een repetitie met de schoolband, waar ik de zangeres van was geworden en elke donderdagmiddag was er daar schoolkoor, meer een leuke activiteit, dan een repetitie. Ik mocht meedraaien in een schoolmusical (eigenlijk voor de hogere jaars), mocht vele andere keren optreden in onze grote aula, tijdens leuke schoolproducties, kreeg zo nu en dan extra theorie-les van mijn muziekleraar, én ik kreeg mijn eerste studio ervaring, omdat ik mocht meezingen op een franse les-cd (liedjes voor eerstejaars franse lessen) en daarna mocht ik nog meezingen op een school jubileumalbum, ter ere van het zoveel-jarig bestaan van de school. Hiervoor gingen we een week lang elke dag de studio in en dit mocht ik opschrijven als mijn stage-uren. Leuk detail: Op dit album kreeg ik een sololiedje, dat nog een tijdje in de top-zoveel van Almere heeft gestaan, hahaha.
Al met al heb ik in de drie jaar dat ik op deze school heb doorgebracht zó immens veel geleerd, zoveel ervaring opgedaan en ontzettend veel plezier gehad.
Mijn punt is dat ik eigenlijk altijd heb gedroomd, of beter gezegd: gewéten, dat ik later muzikant/zangeres zou gaan worden. Het kón gewoon niet anders, maar... toegegeven: ik heb ook wel heel veel hulp gehad.
Ik ben mijn ouders, die mij hun muzikale genen hebben doorgegeven, die me op pianoles hebben gezet en me later toegestaan hebben om op zangles te gaan, die altijd muziek hebben gemaakt met mij en m'n zussen in huis, die me mijn eerste "arrangeersysteem" gaven, omdat ze mijn talent zagen, die me uuuurenlang hebben laten pingelen op de piano, zelfs toen ik geen pianoles meer had, die me uuuurenlang hebben laten bléren in huis, mét én zonder microfoon, wat voor lawaai ik ook maakte, voor eeuwig dankbaar.
Ik ben mijn pianoleraar, die altijd zo geduldig was, zelfs als ik wéér mijn stukjes niet goed had geoefend, die zó trots op mij was toen ik voor 't eerst mijn eigen stukje had bedacht en dit wel honderd keer tegen me zei, wat mij stimuleerde om nog meer te bedenken en waardoor ik opnieuw plezier kreeg in pianospelen, voor eeuwig dankbaar.
Ik ben mijn muziekleraar, die alle extra activiteiten op school mogelijk maakte voor mij, die mijn passie en talent zag voor wat 't was en me hierin stimuleerde en begeleidde en die me liet zien hoeveel plezier je kan hebben met het maken van muziek, voor eeuwig dankbaar.
En mijn zangdocente, die mij de technische kant van het zingen leerde, die een basis legde voor de groei van mijn stem naar volwassenheid. Die, ondanks dat ik mijn oefeningen toen lang niet altijd deed, tóch veel invloed heeft gehad op mijn techniek en hoe ik mijn lessen nu geef. Ook haar ben ik voor eeuwig dankbaar.
En zo zijn er vele andere mensen in mijn leven waar ik muzikaal veel van geleerd heb en veel aan gehad heb, die ik altijd dankbaar zal zijn.
En nu? Nu is het mijn beurt om de jongere generatie te helpen, te stimuleren, te begeleiden en te motiveren. Om de droom die zij wellicht hebben te
helpen realiseren. Om de passie en het talent dat zij hebben te zien en dit te erkennen en hun het gevoel te geven dat het voor hun ook haalbaar is. Om te laten zien hoeveel plezier je kunt
hebben met het maken van muziek. Om ze ervaring te bieden en kunde te leren. Richting te geven.
Gelukkig heb ik in mijn leven veel goede voorbeelden gehad. En dus probeer ik mijn lessen te geven met hetzelfde geduld als mijn pianoleraar, dezelfde stimulans als mijn ouders, hetzelfde plezier als mijn muziekleraar en dezelfde kunde als mijn zangdocente.

Reactie schrijven